30 — l’chaim, op het leven

spoor

Thans treedt u binnen in bericht no. 30, waarin Pitt Hamson u meeneemt op een imaginaire reis door het hoofd van een mental coach, waarin de schrijver vervolgens de Zes aan de lezer voorstelt en waarin hij u ten slotte een zelfbedachte test aanbiedt, die uitwijst in hoeverre u zich weer verbonden voelt met het leven. Daarom even dit:

And you know that she’s half-crazy
but that’s why you want to be there,
and she feeds you tea and oranges
that come all the way from China.

Het is tijd, we gaan beginnen! Overigens, natuurlijk heb ik mij weleens afgevraagd: hoe zou deze weblog eruit zien zónder mijn kritiek op de Jellinek en de verslavingszorg? Nou ja, ongeveer hetzelfde. Maar het is van een wrange ironie dat ik dan wél een schrijftechnische moeilijkheid zou hebben, namelijk: hoe moet ik er bij u, zo af en toe, op hameren dat een alcoholverslaving zo goed als altijd eindigt met een vroege dood? Hoe moet ik de lezer daarvan doordringen, zonder mij in allerlei bochten te wringen? En zie, de huidige Jellinek geeft mij het ene handvat na het andere, de Heer is mijn herder, het ontbreekt mij aan niets. Ik móet dit tegengeluid laten horen, in de hoop dat u er ten minste over nadenkt. Als uw leven u lief is. Of als uw leven u lief wordt. Waar de Jellinek een verslaving bagatelliseert – het gedogen, de ‘uitglijders’ – daar benadruk ik hem juist. Waar de Jellinek abstinente ex-cliënten niet meer uitnodigt om hun verhaal te doen, daar kom ik met deze weblog. Waar de Jellinek zich onderwierp aan de Koning en hem binnen loodste, daar kom ik met het felste verzet tegen hem. Waar de mental coach komt aanzetten met ‘gecontroleerd drinken’, daar kom ik met de enige echte oplossing: stoppen.

Ziezoo!

Even voor de goede orde: er is een hele grote groep mensen die weliswaar te veel drinkt, maar die domweg geheel op eigen kracht – of deels op eigen kracht – kan minderen. En minderen is wel iets anders dan gecontroleerd drinken. Deze mensen zou ik niet verslaafd noemen, wel lopen ze een risico daarop. Maar wie controleert het drinken van de drankzuchtige drinker? Juist, dat doet hij zelf. Maar als hij dat kán, dan is hij toch geen alcoholist? Nee. Maar die bestaan ook helemaal niet meer. Wij zijn psychiatrische patiënten geworden, dat zeggen de geleerden.

Het eerste waar onze mental coach tegen aanloopt, dat is meteen al het kiezen van zo’n rare titel, zijn beroep. Kennelijk is hij dus een geestelijk leraar of een psychisch begeleider, maar in gewoon Nederlands vindt hij dat helemaal nergens naar klinken. Moet je dát nou zeggen op een verjaardagsfeestje? Nee, een mental coach klinkt wel even wat steviger. Stoerder. Oké, laten we eens in het hoofd van zo’n mental coach kruipen, wat is dat eigenlijk voor snuiter? Moderner gezegd: what the fuck? Ik ken er een, een verslavingsdeskundige, hij houdt vanuit zijn eigen praktijk een weblog bij, dat vind ik goed van hem. Deze man maak ik nu even in zijn eentje de vertegenwoordiger van de huidige verslavingszorg in Nederland. Ik til hem op!, je moet ruim denken. Op zijn blog prijst hij zichzelf aan door te zeggen: ‘Ik luister naar je zonder te oordelen.’ Pardon? Maar dan kan ik net zo goed thuisblijven. Ik kreeg van de twee geiteneters in het vorige bericht een hyacint in een potje cadeau en hyacinten oordelen evenmin. Ik ben misschien een beetje raar in die dingen, maar ik wil dat een therapeut tegen het licht houdt wat ik doe en wat ik zeg. Dat hij dat afzet tegen de werkelijkheid, zoals hij die ziet. Ik wil dus dat hij oordeelt. Daar wordt hij voor betaald. Als hij nu al begint met: ‘Oordelen? Doeknie!’ dan zeg ik: ‘O nee? Maar ik wel! De groeten.’

We kruipen nu in zijn hoofd via een van zijn laatste berichten op zijn blog. Ik citeer zo letterlijk mogelijk, soms fatsoeneer ik een zin, dat is trouwens ook mijn beroep, tekstredactie. Het volgende schreef hij op 9 november jongstleden, de dag nadat Donald Trump de verkiezingen had gewonnen.

‘Ik hoorde al van cliënten dat zij de teleurstelling van de verkiezing van Trump als zo’n grote tegenvaller ervoeren, dat zij er trek van kregen. Dus nou hoor ik de eerste mensen al zeggen: ‘Die verslaafden grijpen ook alles aan om te gebruiken.’

Ja! Hier zo! Hier is een van de eerste mensen die dat zeggen, Pitt Hamson is de naam. Luister maar: verslaafden grijpen alles aan om te gaan gebruiken. Ja, sorry hoor coach, maar dit is een weblog met een nogal hoog waarheidsgehalte. Dat is al zo vanaf de eerste letter die hier geschreven werd. Een wereld die halverwege de vorige eeuw door de gruwelijkste vormen van fascisme en racisme heen moest – en daar veel sterker uitkwam dan zij erin ging – die wereld kan nu niet door Donald Trump heen? Toch krijgen de cliënten van de mental coach door Trumps verkiezing trek. Zonder de geringste twijfel gaan zijn cliënten meteen drinken wanneer zij:

– denken aan hun oma die op een dag overleed;
– denken aan de watersnoodramp in 1953;
– huilen om de verloren Slag bij Waterloo;
– humeurig zijn, niet goed in hun vel zitten;
– sidderen bij de gedachte dat het heelal zo groot is;
– huilen om wat zij hun omgeving hebben aangedaan.

‘Maar ik zie dat een aantal van mijn cliënten in een verslaving terecht is gekomen omdat zij toch wat meer onrecht hebben meegemaakt. (…) Het enige wat ik kan zeggen: het maakt echt niets uit als jij hier op uitglijdt.’

Gelukkig. Vooruit, doe hem een lol, glij eens uit. U hebt veel onrecht in uw leven meegemaakt, kennelijk meer dan ik, dus het mag wel een keertje.

‘Maar ik maak me dus wel zorgen over Trump. En met mij waarschijnlijk meer mensen met de chronische ziekte verslaving, althans de groep die zijn ziekte niet ontkent…’

Het wordt interessant. De groep die zijn ziekte niet ontkent, die maakt zich zorgen over Trump. Maar ik, Pitt Hamson die alles ontkent, ik maak me géén zorgen. Hoe komt dat? Dat komt doordat:

‘… in de groep die zijn ziekte wél ontkent, daar vind je nogal wat mensen die stemmen op een populist, die verslaving net zo hard veroordeelt als zij zelf doen.’

Oké, coach, ik snap het. Drankzuchtigen zoals ik, mensen die zeggen dat zij níet ziek zijn, die nu al bijna twee jaar lang niet drinken, die stemmen op populisten. Plus: zij veroordelen een verslaving. In plaats van een verslaving te omarmen, zoals normale mensen doen. En hier zie je nu waar dat hele gedoe over ziek-zijn of niet ziek-zijn op uitdraait. Tot volkomen ridicule aannames en opvattingen, van een volwassen man. En deze coach, dit exemplaar, werkt momenteel in deeltijd in de Jellinek, dat zal u nu niet meer verbazen. Ik noem zijn naam niet, laten we hem bedekken met de mantel der liefde.

Een arts mag vaststellen dat mijn lichaam ziek is wanneer ik diabetes heb, een psychiater mag mij geestesziek noemen wanneer ik een psychose heb, maar jij, mental coach, wie ben jij? Wie bén jij, om mij te definiëren? Om mij ziek te noemen? Om mij psychiatrisch te noemen? Wie ben jij!!

In bericht 20 – loven en bieden schreef ik al dat wij tegenwoordig moeten vechten tegen twéé kampen, de buitenwereld en de verslavingszorg. Beide werelden plakken ons ongevraagd de idiootste etiketten op. De buitenwereld kan mij niet heel veel schelen, na Anita Witzier zal onze reputatie nóg weer slechter zijn geworden, de zorgwereld kan mij echter wel wat schelen, want daar gaat het om u. En om mij. De mental coach, echter, drukt het gecontroleerd drinken gewoon door:

‘Als jij bereid bent om door te gaan met jouw controle, dan kun je anderen ervan op de hoogte brengen dat jij een prachtig mens bent. Mét een verslaving – waar verder goed mee te leven valt, als je dat handig aanpakt.’

Hij bazelt maar door, niet te stuiten, niet te sturen. Duurt het dagen, duurt het uren. Een prachtig mens kan met een verslaving goed leven, als hij dat een beetje handig aanpakt. Dingetje dit, dingetje dat. Beetje zus, beetje zo.

‘Jij bent meer de moeite waard dan de losers die deze populist hebben laten winnen.’

Ah… daar is het eindelijk… jij bent de moeite waard… de niet-verslaafde vindt de verslaafde de moeite waard, omdat die verslaafd is. Maar: East is East and West is West, and never the twain shall meet. Hij weet helemaal niet wie wij zijn. De Oost, waar de zon opkomt, en de West, het avondland, waar de zon ondergaat. En we horen ze, de zoete gezalfde woorden. Daar betaalt de cliënt zijn coach ook voor, het is betaalde liefde. Zonder twijfel luisteren zijn verslaafden graag naar hem; alleen denkt hun omgeving er heel anders over. En ik ook. Ik kan hier nauwelijks onder woorden brengen hoe misselijkmakend dit alles is, de dingen die hij schrijft. En je wilt wel met hem meegaan, samen naar de overkant, maar je kunt hem niet vertrouwen, want je houdt al zijn gedachten… in je hand. De imaginaire reis door het brein van de mental coach is nu ten einde, de reis leerde ons: mental coaches zijn chronisch ziek. Mental coaches zijn psychopaten.

Goed zo, Pitt! Maar nu: schluss! Sluiten nu. Iets veel leukers… de Zes! De drogen. Nee, door dat gedonder met die gast van hierboven haal ik dat niet meer, dit bericht moet ook weer niet te lang worden. Ik schuif ze door.

Ten slotte dan eindelijk… de Test van het Verbond. Hoe verbonden bent u met het leven? Daarvoor heb ik deze test bedacht. En opnieuw geldt nu: de test van het verbond is er voor álle mensen hier op aarde. Ook voor de mental coach? Hm… nou ja, ook voor hem. Opnieuw gaat u op reis, maar ditmaal gaat u alleen. Ik hoef niet overal bij te zijn. Kort geleden liep ik door Utrecht, het is wel een mooi stadje om doorheen te dwalen, kleine grachten, smalle straatjes, alle architectuur in de binnenstad in laagbouw. Daar moet u nu heen, geen zorgen, gewoon een middagje uit.

Pardoes stond ik opeens voor het Spoorwegmuseum. Ik kende het niet. Als ik er weleens over hoorde, dan dacht ik: wat oude foto’s, een filmpje, dat zal het wel zijn. Toch ging ik er binnen… en daar, waar ik helemaal niets verwachtte, juist daar ontstond het idee van deze belangrijke test. In bericht no. 16 – de eed beschreef ik wat er gebeurt wanneer u abstinent blijft: ‘Het leven zélf opent zich weer, het geeft de verslaafden weer toegang.’ In bericht no. 18 illustreerde ik dat door middel van de stoepbloemen. En nu, in bericht no. 30, heb ik een test voor u: hoe verging het u, hoeveel toegang hebt u inmiddels verkregen? Opmerkelijk hierbij is: ik volg in al mijn berichten nauwelijks enig plan. Ik beschrijf gewoon mijn eigen leven, de dingen die gebeuren. De volgorde die hierin lijkt te zitten, komt niet van mij. Die brengt het leven zelf aan. Zolang je maar niet drinkt.

Het museum is eigenlijk een heel complex, het is een voormalig treinstation. Vanuit Hoog-Catharijne rijdt er een speciale trein naar toe. Voordat u naar binnengaat, moet u één ding weten: NS-mensen zijn niet gewoon maar mensen, het zijn spoorwegmensen. Ooit diep verbonden met de wereld van vuur en staal en enorme trekkracht, en nu met elektriciteit en staal en nog steeds de trekkracht. Zij zijn degenen die ons in staat stellen te reizen, zij maken van ons: mensen van aankomst & vertrek. Met andere woorden: wanneer zij na hun pensioen mee helpen knutselen aan hun museum, dan ontstaat er ook wel wat!

Je kijkt er je ogen uit. Heel veel is nagebouwd of in ere hersteld, wachtkamers, complete perrons, overal staan treinen, de groene stoere Hondekop, de veel tengere Blauwe Engel, die op diesel reed. Je kunt overal in. De oude stoomlocomotieven. En de prachtige oude wagons van de Oriënt Express, die de weg naar de Oost gingen. Daarom knutselden de NS’ers zowel een oud perron uit Parijs in elkaar als ook een perron uit Istanbul, waar je aankwam. Hoe zag dat eruit? Er zijn nagemaakte balies, zoals zij vroeger waren, met de posters uit die tijd.

Goed, en dan nu de test. Wanneer u daar bent, komt hij in twee delen naar u toe. In de eerste plaats is daar de schoonheid. Je kunt niet zeggen: vroeger was alles beter; je kunt wél zeggen: vroeger was alles veel mooier. Wachtkamers, houten bankjes, de treinstellen, de uiterlijke zorg waarmee de dingen ontworpen, samengesteld en gebouwd werden. De vraag is dus: de schoonheid die daar op u afkomt, uit een nog betrekkelijk nabij verleden, een alledaagse schoonheid, ziet u die?

Indien u deze vraag met ‘ja’ beantwoordt, wat ik heel erg hoop, dan gaat u door naar de slotronde. Hier hangt alles van af… de vraag over de schoonheid ging over iets dat tastbaar is. Over dingen die u kunt zien en aanraken. De slotvraag gaat veel dieper, ik ga u vragen naar iets wat u níet kunt aanraken, niet kunt zien… alleen nog met uw geestesoog… uw innerlijk. Over alles wat u daar om u heen ziet, ligt een heel bepaalde glans. Juist hier, in dit wonderlijke museum. Het is de glans van het onbekende, het reizen, avontuur. Niet eens naar verre streken, dat hoeft helemaal niet, maar gewoon, in eigen land. Bij u in de buurt. Gewoon, in uw eigen wereld. De vraag is: wanneer u daar staat, voelt u dan iets van de opwinding die dat oproept? Hoe klein ook? Voelt u hoe het aan u trekt? Voelt u het in de kleinste dingen om u heen? Voelt u hoe er in die glans een uitnodiging aan u verborgen ligt? Hoort u zeggen… kom… ga met mij mee…

And you want to travel with her
and you want to travel blind
and you know that she will trust you
for you’ve touched her perfect body with your mind

Het is verleidelijk te denken dat zij een vrouw is, maar dat is zij niet. Suzanne is hier het leven zelf.

Pitt

Geef een antwoord

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd.